Sinds een paar maanden schrijf ik een gastcolumn voor
de oplinie en heb ik contact met 2 andere thuisfronters die ik vorig jaar
ontmoet had bij de AFMP. Ongeveer een week geleden nam Anne-Marie Snels, de
voorzitter van de AFMP contact met mij op. De vraag was of ik samen met hun het
resultaat van het onderzoek aan 2 kamerleden wilde overhandigen. Het onderzoek
was in de maand maart via de AFMP digitaal in te vullen, en vele thuisfronters
hebben dit ingevuld. Daarbij konden wij onze ervaringen met de kamerleden
delen. Het persoonlijk van iemand horen is immers anders dan het lezen op
papier. En dus ging ik op dinsdag 21-4 al vroeg met de trein naar Woerden.
In Woerden stonden de 2 andere thuisfronters (
vrouwvan, en funnymrs) mij al op te wachten en het weerzien was erg leuk. Ookal
zijn wij alle 3 zo verschillend, wonen ver uit elkaar, en onze mannen werken niet
bij hetzelfde onderdeel, je hebt toch dezelfde ervaringen. En het met elkaar
kunnen delen van die ervaringen is wat je af en toe zo mist. De reis naar Den
Haag raakte wij niet uitgepraat over de afgelopen maanden.
Aangekomen in Den Haag liepen we naar onze afspraak
met Anne-Marie Snels en hebben we alles nog even goed doorgepraat. Niet veel
later kwam ook de radiojournalist erbij en gingen we op weg naar de 2de
kamer. Natuurlijk eerst door de scan
heen. Dus jassen, tassen, riemen, schoenen, horloges etc. op de band leggen en
door het poortje ( dat natuurlijk piept als je 30 haarspeldjes in je haren hebt
zitten).
De kamerleden Angelien Eijsink en Gert-Jan Segers kwamen aangelopen en
Anne-Marie overhandigde hun het rapport. Daarna konden we in een kort gesprek
met hun onze ervaringen delen. Zowel de negatieve als de positieve. En we
konden vooral goed duidelijk maken dat wij positief zijn over defensie, maar
dat er nog een paar zaken zijn die erg jammer zijn en waar zeker nog
verbetering mogelijk is. Kamerlid Gert-Jan Segers had daarvoor de passende
woorden “ Defensie is een lerende organisatie, en wij zijn lerende kamerleden,
dit onderzoek zal ons zeker helpen”.
Het gesprek met de
kamerleden heb ik als zeer positief ervaren. En de afgelopen jaren is er al
veel meer rekening gehouden met het thuisfront en geprobeerd om meer te
organiseren om het thuisfront te helpen. Maar we zijn er nog niet. Er blijven
zeker nog een paar punten voor verbetering en er zijn ook een paar punten die
nou eenmaal bij het vak horen.
Na het gesprek hebben
ik en de 2 andere thuisfronters nog een klein interview gegeven voor de radio. Ik
kwam tot de conclusie dat dit echt niks voor mij is aangezien ik niet teveel de
publiciteit in wil. En natuurlijk stelt de journalist die vragen die je als
thuisfronter niet wilt horen. De bekende vraag “ waarom trouw je dan met een
militair” en “ denk je niet weleens, had mijn man maar een vak moeten leren” .
Nee, ik ben niet getrouwd met de militair, ik ben getrouwd met de man. De man
die ik al trouwde voordat hij militair werd. En ja, ik ben dol op die man, en
ook op zijn vak. Want door dit vak wat mijn man zo graag doet heb ik een man
die gelukkig is. En militair zijn is een vak. Een appart vak waar je jezelf voor
meer dan 100% moet geven. ( had ik dat maar gezegd tegen die journalist)
Na het gesprek met de
journalist hebben we nog even nagepraat over alles onder het genot van een
drankje in de zon. En alle drie denken wij hetzelfde, wij staan allemaal achter
onze militair, wij zijn trots op hem, wij zijn positief over defensie en voelen
ons thuis in dit wereldje, maar een klein beetje meer begrip is wat de
militairen en het thuisfront nodig hebben.
Want wij zijn allemaal
ook gewoon maar mensen, met gevoelens en emoties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten