woensdag 22 april 2015

Onderzoek aanbieden aan de 2de Kamer

Sinds een paar maanden schrijf ik een gastcolumn voor de oplinie en heb ik contact met 2 andere thuisfronters die ik vorig jaar ontmoet had bij de AFMP. Ongeveer een week geleden nam Anne-Marie Snels, de voorzitter van de AFMP contact met mij op. De vraag was of ik samen met hun het resultaat van het onderzoek aan 2 kamerleden wilde overhandigen. Het onderzoek was in de maand maart via de AFMP digitaal in te vullen, en vele thuisfronters hebben dit ingevuld. Daarbij konden wij onze ervaringen met de kamerleden delen. Het persoonlijk van iemand horen is immers anders dan het lezen op papier. En dus ging ik op dinsdag 21-4 al vroeg met de trein naar Woerden.
In Woerden stonden de 2 andere thuisfronters ( vrouwvan, en funnymrs) mij al op te wachten en het weerzien was erg leuk. Ookal zijn wij alle 3 zo verschillend, wonen ver uit elkaar, en onze mannen werken niet bij hetzelfde onderdeel, je hebt toch dezelfde ervaringen. En het met elkaar kunnen delen van die ervaringen is wat je af en toe zo mist. De reis naar Den Haag raakte wij niet uitgepraat over de afgelopen maanden.
Aangekomen in Den Haag liepen we naar onze afspraak met Anne-Marie Snels en hebben we alles nog even goed doorgepraat. Niet veel later kwam ook de radiojournalist erbij en gingen we op weg naar de 2de kamer.  Natuurlijk eerst door de scan heen. Dus jassen, tassen, riemen, schoenen, horloges etc. op de band leggen en door het poortje ( dat natuurlijk piept als je 30 haarspeldjes in je haren hebt zitten).
De kamerleden Angelien Eijsink en Gert-Jan Segers kwamen aangelopen en Anne-Marie overhandigde hun het rapport. Daarna konden we in een kort gesprek met hun onze ervaringen delen. Zowel de negatieve als de positieve. En we konden vooral goed duidelijk maken dat wij positief zijn over defensie, maar dat er nog een paar zaken zijn die erg jammer zijn en waar zeker nog verbetering mogelijk is. Kamerlid Gert-Jan Segers had daarvoor de passende woorden “ Defensie is een lerende organisatie, en wij zijn lerende kamerleden, dit onderzoek zal ons zeker helpen”.
Het gesprek met de kamerleden heb ik als zeer positief ervaren. En de afgelopen jaren is er al veel meer rekening gehouden met het thuisfront en geprobeerd om meer te organiseren om het thuisfront te helpen. Maar we zijn er nog niet. Er blijven zeker nog een paar punten voor verbetering en er zijn ook een paar punten die nou eenmaal bij het vak horen.
Na het gesprek hebben ik en de 2 andere thuisfronters nog een klein interview gegeven voor de radio. Ik kwam tot de conclusie dat dit echt niks voor mij is aangezien ik niet teveel de publiciteit in wil. En natuurlijk stelt de journalist die vragen die je als thuisfronter niet wilt horen. De bekende vraag “ waarom trouw je dan met een militair” en “ denk je niet weleens, had mijn man maar een vak moeten leren” . Nee, ik ben niet getrouwd met de militair, ik ben getrouwd met de man. De man die ik al trouwde voordat hij militair werd. En ja, ik ben dol op die man, en ook op zijn vak. Want door dit vak wat mijn man zo graag doet heb ik een man die gelukkig is. En militair zijn is een vak. Een appart vak waar je jezelf voor meer dan 100% moet geven. ( had ik dat maar gezegd tegen die journalist)
Na het gesprek met de journalist hebben we nog even nagepraat over alles onder het genot van een drankje in de zon. En alle drie denken wij hetzelfde, wij staan allemaal achter onze militair, wij zijn trots op hem, wij zijn positief over defensie en voelen ons thuis in dit wereldje, maar een klein beetje meer begrip is wat de militairen en het thuisfront nodig hebben.
Want wij zijn allemaal ook gewoon maar mensen, met gevoelens en emoties.